Frankrijk telt niet minder dan 48 regionale natuurparken. Deze uitgestrekte landelijke gebieden groeperen een aantal aangrenzende gemeenten, en zijn verdeeld over 7 miljoen hectare, oftewel 15% van het land. Elk gebied heeft zijn eigen identiteit, bestaand uit een gezamenlijk natuurlijk- en cultureel erfgoed. Door het evenwicht te respecteren proberen de regionale natuurparken hun natuurlijke rijkdommen, kennis en tradities zo veel mogelijk te bewaren.
De regionale natuurparken bezitten een zeer gevarieerd landschap, waar dieren hun natuurlijk onderkomen hebben. We vinden hier enkele bekende diersoorten als de slechtvalk, de lynx, de kraanvogel of de zeehond. Het duurzame toerisme in deze parken gaat weer terug naar de bron, en staat synoniem voor menselijke ontmoetingen, emotie. Een groot aantal buitenactiviteiten worden geboden om de flora en fauna te ontdekken, en te begrijpen. Behalve de ontelbare bewegwijzerde wandelpaden zijn rivieren, bergstromen, bergengten en watervallen een prachtige gelegenheid om wildwatersporten te beoefenen, zoals kanoën-kajakken, en canyoning. De bergen bieden de mogelijkheid om rotsen- of bergen te beklimmen.
Nationale parken verschillen van regionale natuurparken door hun bijzondere natuurlijk erfgoed, en de zeer strenge regels die gelden om de flora en fauna hier te beschermen. Ze zijn kleiner in grootte en aantal (er zijn er maar 10) die slechts 0,50 % van het Franse grondgebied vertegenwoordigen. Dit zijn bijvoorbeeld kennismaken met de nationale parken van Vanoise,
http://www.france-voyage.com/frankrijk-toerisme/het-nationaal-park-pyreneeen-1358.htm, Cévennes, Écrins, en Mercantour. Deze parken zijn unieke gebieden, de gelegenheid om een bijzonder natuur te ontdekken door de wandelroutes, interpretatiepaden of de gebieden waar vogels geobserveerd kunnen worden.